Kraken

16 augustus 2018

“Voor wie kraak jij?” Een vraag die mij in de maanden juni/juli op het werk vaak werd gesteld. De eerste keer moet de blik in mijn ogen verraden hebben dat ik de vraag totaal niet begreep.

Surinamers vieren graag feest. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om te feesten. Dit laat zich ook vertalen in het grote aantal feestdagen dat het land rijk is. Sommige feestdagen zijn alleen bij een lustrum een nationale vrije dag. Ik viel met mijn neus in de boter, want dinsdag 5 juni was zo’n lustrumfeestdag. Op deze dag werd gevierd dat 145 jaar geleden de eerste Hindoestaanse immigranten voet op Surinaamse bodem zetten. In Paramaribo vonden bescheiden festiviteiten plaats om deze gebeurtenis te vieren. Recent nog, op 9 augustus, was er weer een feestdag: de Dag der Inheemsen, een dag waarop stilgestaan wordt bij de oorspronkelijke bevolking van Suriname. Vanzelfsprekend was ook dit een nationale vrije dag. 

145jaar

Een van de belangrijkste feestdagen van Suriname is echter Keti Koti (Surinaams voor ‘gebroken ketenen’), de dag waarop gevierd wordt dat op 1 juli 1863 de slavernij in Suriname werd afgeschaft. Deze gebeurtenis wordt elk jaar groots gevierd door met name de creoolse bevolking van Suriname. Ook dit jaar waren er door heel Paramaribo allerlei festiviteiten. Mooi om te zien was dat de creoolse bevolking veel moeite had gedaan om zich in traditionele kleding uit te dossen. Omdat 1 juli op een zondag viel, was iedereen op maandag 2 juli vrij. Ik dacht nog heel naïef dat Keti Koti dit jaar dus op maandag gevierd zou worden, vergelijkbaar met wanneer onze Koningsdag op een zondag valt. Niets was minder waar. Keti Koti werd gewoon op zondag gevierd en de maandag erop was een extra vrije dag. Een prachtig staaltje Surinaamse logica.

Keti Koti 

In juni en juli was er nóg een reden voor veel Surinamers om uitbundig van zich te laten horen. En dat brengt mij op de vraag waar ik deze blog mee begon. “Wat zeg je? Voor wie ik kraak? Wat betekent dat?” De vraag voor wie je kraakt heeft alles te maken met het WK voetbal. ‘Kraken’ is namelijk het Surinaams-Nederlandse woord voor het hartstochtelijk juichen voor een voetbalteam. En hartstochtelijk juichen, dát kunnen de Surinamers als geen ander. Op het werk hadden veel collega’s hun werkbureau versierd met vlaggetjes van het land voor wie zij kraakten. Bij gebrek aan een Surinaamse en Nederlandse deelname aan het WK, waren Brazilië, Spanje en Portugal favoriet. De keuze voor welk land je kraakt, wordt ingegeven door louter voetbalinhoudelijke overwegingen (‘Ik kraak voor Portugal, want Ronaldo lijkt op mijn neef’). Exemplarisch voor de hartstocht waarmee gekraakt werd, was dat één van mijn Surinaamse collega’s in huilen uitbarstte toen zij vernam dat Duitsland op het WK was uitgeschakeld. Dat óók ik bijna heb gehuild om het verlies van Duitsland, maar dan van vreugde, heb ik haar maar niet verteld. 

Het aanvankelijke succes dat Brazilië tijdens het WK had, was voor mij reden om na een gewonnen wedstrijd naar de Braziliaanse buurt van Paramaribo te gaan om aldaar met eigen ogen te aanschouwen hoe de winst van het Braziliaanse voetbalelftal werd gevierd. Ter plaatse was een uitzinnige menigte op straat de winst tegen Mexico uitbundig aan het vieren. Terwijl een lange stoet van driftig toeterende en met Braziliaanse vlaggen versierde auto’s aan mij voorbij trok, sprak een Braziliaans-Surinaamse supporter mij aan. “Jij bent zeker voor Duitsland?” vroeg hij mij, terwijl hij ondertussen ‘ongemerkt’ een foto van mij probeerde te maken. Kennelijk niet tevreden met mijn ontkennende antwoord, zei hij “Lul niet, jij bent gewoon voor Duitsland" en hij probeerde nogmaals een foto van mij te maken. Wat bleek? Hij vond mij erg op de Duitse voetballer Thomas Müller lijken. Ik waande mij even een heuse superster en heb maar gewillig en breed lachend voor de foto geposeerd. Daarna vervolgde ik mijn weg en heb ik verder genoten van de Braziliaanse feeststemming. Toen enkele dagen later onze Belgische vrienden in de kwartfinales de Braziliaanse kanaries op een enkeltje Rio de Janeiro trakteerden, was het overigens een stuk minder gezellig in de Braziliaanse buurt…

Voetbal1Voetbal2 

Tussen alle feestdagen en het voetbal door, ben ik er ondanks de regentijd ook weer op uitgetrokken om Suriname verder te ontdekken. Zo ben ik naar de Brownsberg geweest, een ruim 500 meter hoge berg gelegen aan de noordwestelijke oever van het Brokopondomeer. De Brownsberg ligt middenin de jungle, met daarin twee watervallen verscholen: de Leo-val en de Irene-val. De nacht heb ik doorgebracht op een eiland in een eenvoudige lodge, direct gelegen aan de oever van het Brokopondomeer. ’s Ochtends na het wakker worden kon ik genieten van een prachtig uitzicht, waarbij de opgaande zon mij vrolijk begroette door haar eerste zonnestralen over het Brokopondomeer te laten schijnen.

Brownsberg1Brownsberg2Brownsberg3Brownsberg4Brownsberg5Brownsberg6Brownsberg7Brownsberg8Brownsberg9Brownsberg10

De week daarop zijn we met het pontje de Surinamerivier opgevaren en hebben wij ons na een ontspannen vaartochtje van ruim drie kwartier laten afzetten aan de aanlegsteiger van Frederiksdorp, een voormalige suikerplantage aan de Commewijnerivier. Hier hebben we ons meer laten vertellen over de geschiedenis van de plantage en de slavenarbeid die hier heeft plaatsgevonden.

Frederiksdorp1Frederiksdorp2Frederiksdorp3Frederiksdorp4Frederiksdorp5Frederiksdorp6Frederiksdorp7Frederiksdorp8Frederiksdorp9 

Verder ben ik samen met twee collega’s naar Nickerie geweest, in het uiterste westen van Suriname. Met de auto is dit vanuit Paramaribo ruim vier uur rijden door een mooi en afwisselend landschap. Vanaf de zeedijk bij de hoofdplaats Nieuw-Nickerie kun je Guyana zien liggen, een van de buurlanden van Suriname waar ik later dit jaar nog een bezoek aan hoop te brengen. 

Onderweg1Onderweg2Onderweg3Onderweg4Onderweg5Nickerie2Nickerie3Nickerie4Nickerie5Nickerie6

Maar de echte trekpleister van Nickerie is Bigi Pan, een in een groot moerasgebied gelegen meer dat een broedplaats vormt voor talrijke verschillende vogelsoorten, waaronder (in het juiste seizoen) de flamingo en de rode ibis.

BigiPan1BigiPan2BigiPan3BigiPan5BigiPan6BigiPan7BigiPan8BigiPan9BigiPan10BigiPan11BigiPan12

De regentijd is nu bijna voorbij, de droge tijd staat voor de deur. De ideale periode om Suriname en omringende landen verder te verkennen. Ik heb er nu al zin in.

Odi odi!

Foto’s

6 Reacties

  1. Anne van den Boogaard:
    17 augustus 2018
    Je schrijft al heel beeldend, maar met al die foto's erbij krijgen we nóg meer een beeld bij de verhalen- heel leuk!
    Ik onthul dan nog maar even dat ik kraakte voor Kroatië, omdat ik toevallig het Kroatische volkslied kan zingen.
  2. Leo en Klarie Groenendijk:
    17 augustus 2018
    Met al die vrije dagen heb je dan nog wel tijd om te werken? Leuk verhaal en mooie foto's. Fijne tijd nog in Paramaribo en tot schrijfs
  3. Gertjan Wouters:
    17 augustus 2018
    Leuk verhaal weer Patrick, jaloersmakend zelfs :-).
  4. Diddy de Groot:
    18 augustus 2018
    Je begrijpt dat ik Thomas Müller even heb gegoogled;) En idd, ik zie ook wel enige gelijkenis.
  5. Carolien:
    20 augustus 2018
    Was weer heel leuk om te lezen. Ben voor mijn gevoel weer even in Suriname geweest!
  6. Pa en Ma:
    27 september 2018
    O Pat ik heb deze helemaal over het hoofd gezien. En hij is juist zo leuk.
    Leuk weer . gr Pa en Ma xx