Home sweet home
25 maart 2018
Terwijl ik dit schrijf, verblijf ik ruim drie weken in Suriname. Op het werk loopt alles goed, bureaucratische perikelen rondom mijn werk- en verblijfsvergunning lijken nu (bijna) verleden tijd en ook in het dagelijks leven heb ik mijn weg in Suriname gevonden. Nu alles een beetje tot rust lijkt te gaan komen, is het tijd om jullie een klein kijkje in dat dagelijkse leventje van mij te geven.
In het kader van onze tewerkstelling in Paramaribo is ons door onze Surinaamse werkgever een huurhuis ter beschikking gesteld. Tijdens mijn sollicitatiegesprek werd mij verteld dat ik daar niet al te veel van moest verwachten; veel meer dan een klein en karig appartementje zou het niet worden. Niets bleek minder waar! Het is een prachtig huis van 225 m2 met een ruime woonkamer en keuken, een ruime voortuin met oprijlaan (ik moet dit gewoon zeggen), een nog ruimere achtertuin met een op de woonkamer aangesloten tuinterras, vier slaapkamers, twee badkamers, een oprijlaan, een studeerruimte, een washok, een carport en een oprijlaan. Verder hebben wij de beschikking over een tuinman en een schoonmaakster (wat niet ongebruikelijk is in Suriname) en als klap op de vuurpijl bieden de woonkamer en de achtertuin zicht op de verderop gelegen Surinamerivier. Had ik de oprijlaan al vermeld?
We wonen op stand. Ons huis staat namelijk in Blauwgrond, een naar Surinaamse begrippen sjieke woonwijk in het noordoosten van Paramaribo. Elk huis is goed beveiligd, want ongevaarlijk is het hier niet. Zeker als buitenlander wordt het afgeraden om ’s avonds na het intreden van de duisternis alleen over straat te gaan, maar overdag is dat geen enkel probleem. Ook ons huis is voorzien van de nodige beveiliging. Zo heeft het huis een elektronische toegangspoort, zit er een alarm op het huis en zijn er bij de voordeur en het tuinterras tralies aangebracht. Tuurlijk, ik had liever gezien dat al die tralies en beveiligingsmaatregelen niet nodig waren geweest, maar ik ben er eigenlijk snel aan gewend geraakt. En hoewel ik alert ben en blijf, voel ik mij hier veilig. Wanneer je geen gekke dingen doet, goed blijft opletten en de gevaarlijke buurten op bepaalde tijdstippen mijdt, hoeft er weinig aan de hand te zijn. Er kan natuurlijk altijd wat gebeuren, maar dat geldt overal in de wereld en niet alleen in Paramaribo.
Om de hoek van ons huis staat een mooi restaurant met een terras aan de Surinamerivier, waar ik in mijn vorige blog al over vertelde. Je kunt hier voor een prikkie heerlijk eten. Voordeel is ook dat de eigenaar weer een van de vele vriendjes van Glenn is en dat ik met een paar stappen ook zo weer thuis ben. Tussen dit restaurant en ons huis is een horecagelegenheid gevestigd, die de weinig tot optimisme stemmende naam “Partycentrum Soleil” draagt. Nu denken jullie misschien, een partycentrum middenin een woonwijk, dat zal toch niet? Nou, wel dus. Waar in Nederland de rapen gaar zouden zijn, is dit in Suriname geen enkel probleem. Dit partycentrum trakteert ons elke zaterdagavond op keiharde muziek tot in de late uurtjes, gratis en voor niets, of we nu willen of niet. Maar alles went blijkbaar, want inmiddels ben ik drie zaterdagen, een niet onverdienstelijk zingend zangkoor en een heus fanfarekorps (!) verder en kan ik nu op zaterdagavond, ondanks de harde muziek, de slaap prima vatten.
Schuin tegenover ons huis is een kleine supermarkt te vinden. Op de foto van de oprijlaan (daar is ie weer), met de rug naar het huis, is de supermarkt rechtsboven op de foto zichtbaar. Paramaribo barst van dit soort buurtsupertjes en ze worden zonder uitzondering door slecht Nederlands- of Engelssprekende Chinezen gerund. We komen er vooral voor de kleine en vergeten boodschapjes; de grote boodschappen doen we afwisselend bij twee grote, verderop gelegen supermarkten. Onze Chinese vrienden weten inmiddels dat wij hun overburen zijn, waardoor wij als vaste klant door het anders zo stugge personeel met een verlegen glimlach worden begroet wanneer wij het buurtsupertje weer eens binnenstappen. Opvallend is dat er altijd meer personeel dan klanten rondloopt, waardoor vraagtekens bij de rendabiliteit daarvan geplaatst kunnen worden. ‘Personeel’ is overigens betrekkelijk, want iedereen lijkt familie van elkaar te zijn. Wellicht vinden ze het gewoon gezellig zo met elkaar, maar waarschijnlijker is dat ze er toch een andere goede reden voor hebben…
Het personeel is ook erg behulpzaam. Toen bleek dat ze geen kurkentrekkers meer voorradig hadden, besloot ik de volgende dag van hun aanbod gebruik te maken om de wijnfles met hun eigen kurkentrekker van de kurk te laten ontdoen. De man achter de kassa zag mij binnenstappen met mijn wijnfles en stuurde direct iemand naar het magazijn om de kurkentrekker te halen. Die bleek kennelijk zoek, want de man kwam weer met lege handen uit het magazijn gelopen. Wat volgde was een schouwspel waarin de ene na de andere Chinees mijn wijnfles vastpakte, er even goed en deskundig naar keek, om vervolgens de wijnfles onverrichter zake weer neer te zetten en er nog maar eens een andere Chinees bij te roepen. Ik had niets meer in te brengen en met plaatsvervangende schaamte bekeek ik het tafereel vanaf een afstandje. Inmiddels had zo’n beetje de hele familie Wang mijn wijnfles vastgehouden, maar die kurk, die zat er nog mooi in. Er moest uiteindelijk een nieuw, nog niet eerder door mij gespot familielid aan te pas komen die dan eindelijk mét een kurkentrekker uit het magazijn kwam gelopen. Toen de wijnfles van de kurk was ontdaan, barstte het Chinese gezelschap in juichen uit en gaven ze de wijnfles lachend en vol trots terug aan mij. Ik lachte enigszins ongemakkelijk terug en liep met een grote verbaasde glimlach op mijn gezicht weer naar huis. Het verhaal was zoveel mooier geweest als ik jullie nu had kunnen vertellen dat de wijn door alle gedane moeite erg goed smaakte, maar de waarheid is dat het met afstand de allerslechtste wijn was die ik ooit heb gedronken. Nou ja, gedronken, een paar slokjes dan… Slechts de vorm van de fles en het etiket deed vermoeden dat het hier toch echt om wijn ging. Mijn huisgenoot vond de wijn overigens erg lekker, maar zij heeft qua wijn - ook naar eigen zeggen - een nogal aparte smaak, of, zoals ik het verwoord, gewoon géén smaak. De avond eindigde dus in een teleurstelling, waarbij mijn huisgenoot heerlijk van haar slobberwijntje zat te genieten, terwijl ik mij noodgedwongen heb toegelegd aan een glaasje passievruchtsap, of ‘markoesa’, zoals ze dat hier noemen. Ik ben er de volgende dag speciaal op uitgetrokken om een kurkentrekker en een wél goede wijn te scoren. Toen ik in beide was geslaagd en ’s avonds de wijnfles wilde ontkurken, stond mij nog één laatste verrassing te wachten: een draaidop! Grrrr…
Ik heb het fijn in Suriname. Eigenlijk voel ik me hier vanaf de allereerste dag op mijn gemak en ben ik mij snel thuis gaan voelen. Hoe komt dat nu? Suriname is immers een land waar het tempo net een tandje lager ligt dan in Nederland en waar de mensen zich niet teveel zorgen maken om de dag van morgen. Toch kan deze piekeraar, die het zichzelf vaak onnodig moeilijk maakt door te tobben over alledaagse dingen in het leven, die soms best een beetje druk kan zijn en die het woord ‘subtiel’ niet bepaald met een hoofdletter schrijft, prima aarden in dit tropische land. Komt dat door mijn al langer bestaande stille wens om een langere tijd in het buitenland te verblijven? Komt het door mijn plezier op het werk? Komt het door het fijne huis en het leuke contact dat wij met de verhuurders en hun kids hebben? Of komt het toch vooral door de taal? Ik weet het eerlijk gezegd niet, maar als dit goede gevoel ook de rest van mijn verblijf in Suriname blijft bestaan, staat mij nog een mooie periode te wachten.
Het is heerlijk om aan het einde van de werkdag ons huis binnen te stappen, direct de schuifdeuren van het terras open te schuiven en met een diepe zucht in de hangmat te gaan liggen. Lekker thuis. In Suriname.
Odi odi!
Hartelijke groeten van ons.
Hilarisch dat gedoe dat om een kurkentrekker, zie het helemaal voor me en kijk uit naar je volgende blog.
Maar ik ben heel blij dat je het zo leuk hebt. en leuke foto,s zijn het.
Ik kijk ook weer uit naar het volgende verhaal. groetjes Pa en Ma
Jij kan nooit meer wennen in Nederland :), denk ik.